In de voetsporen van de pelgrims rond Mount Kailash

Of het door alle indrukken komt of door de hoogte weten we niet, maar wij slapen onze derde nacht in Lhasa beiden slecht. Gelukkig hoeven we vandaag niet zoveel, behalve om ons heen kijken, want de tocht richting het westen van Tibet gaat beginnen. Zodra wij Lhasa uitrijden strekt het landschap zich uit en rijden we langs meren en groene heuvels. Opvallend is de overdreven aanwezigheid van Chinese vlaggen (vooral bovenop de Tibetaanse huizen) en de bizarre hoeveelheid controleposten. Daar moet iedereen zich binnen bij de balie identificeren, al dan niet met een van de vele verschillende permits. In de middag arriveren we in Shigatse.

Een van de meren die wij onderweg passeren

Shigatse

Shigatse is na Lhasa de grootste stad van Tibet. In de tijd van de Tsang koningen wedijverde de stad met Lhasa als politiek centrum van Tibet. Later werden Shigatse en het Tashilhunpo klooster de uitvalsbasis voor de Panchen Lama, na de Dalai Lhama de hoogste in rang in het Tibetaanse boeddhisme. Wij lopen na aankomst een ronde door de stad en langs het Tashilhunpo klooster, maar zijn eigenlijk te moe om echt iets te ondernemen. Na een vroeg diner bij opnieuw een Tibetaans familie restaurant, gaan we op tijd terug naar onze enorme suite. Onze gids kende de receptionist van het hotel en heeft voor ons een opwaardering geregeld. Niet verkeerd hoor, een aparte woonkamer, twee badkamers en een mega ‘king size’ bed.

Wij gaan niet bij het klooster naar binnen, maar ‘spieken’ wel even naar binnen
Waarna we er iets later achter komen dat er zo’n 100 meter verder een weidser uitzicht op het klooster mogelijk is

 

Saga

Met zo’n acht uur reizen op de planning is het vooral een dag flink doorrijden en genieten van het uitzicht voor een praktische stop in Saga. Onderweg passeren we een bergpas op 5.089 meter, zandduinen en vergezichten op het voorportaal van de Himalaya. Ondertussen acclimatiseren we lekker door met een overnachting in Saga op 4.400 meter. Door de lange aanloop naar Tibet toe en de opbouw in China hebben wij voorlopig totaal geen moeite met slapen (met uitzondering van die enkele nacht) en al helemaal geen hoogteziekte. Daarbij moet wel worden opgemerkt dat wij allebei (op advies van de arts) preventief Diamox slikken vanaf Shigatse, tweemaal daags een halve tablet.

Jawel, voor ons beiden een hoogtepunt: we hebben (weliswaar met de auto) 5.089 meter bereikt
Tussen de meren, heuvels en bergen doemt een gebied met zandduinen op


Darchen

De route naar het voor ons meest westelijke punt van Tibet en tevens het startpunt van onze driedaagse trekking rond Mount Kailash – het minidorpje Darchen – is vooral veel ‘kilometer vreten’. De auto’s en bussen, gebruikt voor de toeristische industrie, mogen in Tibet niet harder dan 80 kilometer per uur. Er is een zeer hinderlijk apparaat in de auto geïnstalleerd dat in het Chinees aanslaat als de chauffeur over de 80 kilometer per uur rijdt (en ook als er te hard wordt gepraat, te hard wordt geremd of te langzaam wordt gereden, het ding gaat dus nogal eens af) wij maken er de hele dag maar grappen over, maar een dergelijke maatregel is natuurlijk wel vreemd te noemen. Kortom, kilometers maken kost tijd in Tibet. Iets wat ons de mogelijkheid geeft om de omgeving rustig op ons in te laten werken. Hier geldt ook zeker dat de reis net zo belangrijk is als de bestemming. In het begin van de avond komen we aan bij ons hotel in Darchen. Wederom een heel modern, comfortabel hotel (met wat achterstallig onderhoud, dat wel, maar je hoort ons niet klagen). We besteden de avond aan het inpakken van onze rugzakken voor de hike, controleren of we echt alles bij ons hebben en zijn blij dat de rits van de rugzak nog nèt dicht kan. Het avontuur kan beginnen!

Helemaal in de verte is Mount Kailash – met het uiterste topje in de wolken – al zichtbaar
Een berg gebedsvlaggetjes met op de achtergrond al een klein stukje van het Manasarovar meer
Vlak voor Darchen stoppen we nog eenmaal voor een uitzicht op Mount Kailash


Mount Kailash kora

Kailash is voor zowel boeddhisten, hindoe’s als voor bön (een andere boeddhistische stroming, deze lopen de route als enige tegen de klok in) een heel belangrijke religieuze bestemming en daarmee een plek die zeer veel pelgrims aantrekt. De pelgrims komen voornamelijk uit Tibet, Nepal en India. De totale ronde – een kora genoemd – rondom Kailash is 53 kilometer en wij zullen deze in drie dagen uitlopen. De hoogte varieert van 4.600 tot 5.630 meter. Men zegt dat door eenmaal rond de berg te lopen je van al je zonden bent verlost. Wij vragen ons – met een dikke knipoog – af of één ronde rond de berg daarvoor voor ons wel voldoende is. Conditietechnisch zit het in ieder geval wel snor. Met de wandelervaring in China en het acclimatisatieschema in China en Tibet hebben wij voor ons gevoel het maximale uit de voorbereiding gehaald.

Samen met een groep pelgrims verlaten wij rond dezelfde tijd Darchen

 

De eerste dag starten we vroeg vanuit Darchen. We hebben weliswaar al op hoogte geslapen, maar bewegen is toch weer ‘next level’ merken we als de weg direct steil omhoog loopt. Check, we hebben een hartslag! Het gevoel dat wij het lang niet zo zwaar hebben als sommige pelgrims komt al na tien minuten lopen als we de eerste Tibetanen tegenkomen die de volledige 53 kilometer al prostrerend afleggen. Dit kost ze twee tot drie weken en is voor de meeste boeddhisten in Tibet iets wat ze in hun leven minimaal eenmaal gedaan willen hebben. Heftig! En wat een respect hebben wij voor deze mensen als wij ze wandelend passeren.

Een kort filmpje van een aantal prostrerende pelgrims op ons pad: 


Net op het moment dat onze gids ons vertelt over de aanwezigheid van agressieve zwerfhonden op de route, worden we vergezeld door een roedel Tibetaanse zwerfhonden. Deze honden maken echter totaal geen aggressieve indruk noch zijn ze actief om eten aan het bedelen. Ondanks pogingen van onze gids de roedel te verdrijven blijven de honden ons volgen; twee voorop, een tussen ons in en een wat verder achter ons. Ook als we even rust houden blijven ze bij ons. En dan gebeurt er na een aantal kilometer iets bijzonders: in de verte komt een andere roedel honden blaffend op ons afgestormd. Direct gaan twee van de honden voor vlakbij ons beiden staan en een derde zo’n vijf meter voor ons uit, blaffen naar de aanstormende roedel. We worden in bescherming genomen door onze viervoetige vrienden! De andere roedel druipt uiteindelijk af en wij lopen weer door. Niet heel veel later kiezen onze vrienden ook weer hun eigen pad, waarschijnlijk terug naar hun eigen territorium.

Het laatste uitzicht op de grote vallei waar ook Darchen ligt, vanaf hier draait het pad meer richting de berg en wordt de vallei nauwer
Onze viervoetige vriend wacht rustig totdat wij weer verder lopen

 

De wandeling is adembenemend, zowel het waanzinnig mooie uitzicht als de hoeveelheid zuurstof in de lucht. Het is op de eerste dag simpelweg best wel wennen aan het gebrek aan zuurstof en we stappen behoorlijk stevig door.

Deze ruiter hoopt een vermoeide wandelaar tegen te komen aan wie hij een ritje op zijn paard kan slijten
Op de eerste dag glooit het pad door de vallei

Onderweg is een aantal ‘tea houses’ te vinden waar je thee en instant noedels kunt kopen. Tijdens de lunch biedt een dame die wij onderweg meermaals zijn tegengekomen ons haar zelfgemaakte frietjes aan. Nee, ze stáát erop dat wij mee eten van de voedzame snack. Frietjes met instant noedels, mmmm, op dit moment smaakt alles lekker. De Tibetanen doen zich verder vooral tegoed aan ‘butter tea’. Inderdaad, geblenderde thee met (zoute) boter. Het doet ons qua smaak erg denken aan de melkthee uit Mongolië, maar wij houden het toch liever bij de ietwat zoute zwarte thee (prima voor de hydratatie na de inspanning).

We lopen langs bergbeken
En af en toe flink de heuvel op (we stijgen ten slotte al meer dan 500 meter op de eerste dag)
De weids- en grootsheid van dit landschap is bijna niet op foto vast te leggen, dat moet je ervaren

Wij lopen de kora in 2,5 dag, maar de meeste Tibetaanse pelgrims (met uitzondering van de gezinnen met jonge kinderen) lopen de tocht in een enkele, lange dag, sommigen zelfs meerdere keren (en dus dagen) achter elkaar. Zij beginnen dan om 4 uur ’s ochtend en komen ’s avonds laat weer terug.

Impressie van het landschap onderweg:


Ondanks dat wij na de eerste 20 kilometer niet echt uitgeput bij onze eerste overnachtingsplaats arriveren, lijkt het ons een redelijk onmogelijke opgave om de route in een keer af te leggen. We hebben bij aankomst bij ons simpele guesthouse nabij het Dira-Puk klooster geluk dat het helder is, want dit is dé plek om de grote, heilige Mount Kailash te aanschouwen. De locatie is geweldig met uitzicht op de piek van de berg (het lijkt zó dichtbij) en een deel van de route die we eerder op de dag hebben gelopen. We lopen met de resterende energie nog een klein stukje verder omhoog voor een nog beter uitzicht op de berg (we zijn de eerste van overnachters op deze locatie en hebben het uitzicht dus even voor ons alleen).

Eindelijk laat de berg zichzelf zien, op het moment dat wij er het dichtste bij staan
Ook het uitzicht op de rest van het gebergte is niet verkeerd

We moeten alleen even niet in de richting van het guesthouse kijken waar het een grote bouwput is. Er wordt gebouwd aan een hotel, voornamelijk gericht op het Indiase toerisme.

Het heerlijk chaotische tafereel, waar bouwvakkers, pelgrims, tea house-houders en paarden door elkaar lopen
In de namiddag komt ook een grote groep Indiërs (voornamelijk te paard) binnen bij de eerste overnachtingsplaats

Na het korte klimmetje eten we een voedzame maaltijd (gelukkig geen instant noedels) bij de familie in het ‘restaurant’ en installeren ons dan in onze kamer, welke wij gelukkig met niemand anders hoeven te delen. Het is eigenlijk een veredelde bouwkeet met bedden, dus niet geïsoleerd. Met fleecevest en lange broek, slaapzak en drie geleende dekens hebben we het eindelijk warm en geheel boven verwachting slapen we op 5.100 meter hoogte redelijk goed.

We staan om 6 uur in het donker op en maken ons weer op voor het vervolg van de wandeling. Buiten in de kou tandenpoetsen, een gat in de grond als toilet (wel met een hok er omheen) en in het donker alle spullen bij elkaar zoeken hoort bij het avontuur en na een (zelf meegebracht) havermout ontbijtje vertrekken we met goede moed in het donker voor 21 kilometer bikkelen.

Voor het eerste deel staat een flinke stijging op de planning naar 5.630 meter. De eerste meters van de dag (inderdaad, omhoog) zijn pittig. Het tempo ligt uit automatisme hoog, maar we bevinden ons ondertussen boven de 5.000 meter en dat gaat je niet in de koude kleren zitten. Door iets meer pauze te nemen onderweg gaat het al een stuk beter. We hebben ook vandaag weer een viervoetige vriend die een groot stuk met ons meereist. We kunnen deze dag wel wat mentale ondersteuning gebruiken, want het is ook nog flink gaan hagelen.

Onze (mentale) ondersteuning voorafgaand aan de beklimming van de Drolma pas
De Drolma pas is geheel behangen met gebedsvlaggetjes

Op het ‘moment supreme’ is het erg druk op de Drolma pas. Een grote groep warm geklede, zwaaiende Indiërs op paarden komt langs, plus begeleiders, bagagedragers en gidsen, kortom een flink gezelschap. Wij hebben te doen met de zwoegende paarden en begeleiders… We zijn blij dat wij met z’n drieën zijn en onze eigen bagage dragen. Uiteindelijk gaat de klim op de Drolma pas voor ons gevoel super snel en voor we het weten staan we, bijna met ons hoofd in de wolken, op 5.630 meter. Wat een goed gevoel!

De laatste meters voor we het hoogste punt bereiken
Het is gelukt! Wij hebben nog meer respect gekregen voor iedereen die zich aan een wandeling of beklimming in het hooggebergte waagt

Na een korte pauze (met natuurlijk de nodige foto’s als bewijsmateriaal) kan de afdaling beginnen. Tussen alle paarden en yaks door (ingezet als bagagedragers voor de Indiërs) dalen we in hoog tempo van de steile pas af. Het is lunchtijd als het einde van de pas in zicht is en de eerste ‘tea houses’ weer verschijnen. Tijd voor instant noedels. Ook ditmaal krijgen wij een (ditmaal gestoomde) aardappelsnack aangeboden. Juist de mensen die hier zo weinig hebben, willen hun eten met je delen.

Tijdens de steile afdaling van de pas hebben wij zicht op deze helder blauwe meren
Na de afdaling volgt het uitzicht op een vlakke vallei

Na deze pauze moeten we vooral nog een heel stuk rechtdoor, door de vallei. Het blijft de hele dag bewolkt dus helaas geen uitzicht op Mount Kailash. Na de hagelbuien van de ochtend worden wij in de middag nog getrakteerd op een regenbui. Toch zijn wij aan het einde van de dag blij dat wij door het rappe tempo al vroeg binnen zijn en ons verdere (hoos)buien worden bespaard, getuige alle verzopen mensen die later binnenkomen. We hangen de rest van de middag bij ons guesthouse (zelfde bouwkeetstijl als de voorgaande nacht) nabij het Zultul-Puk klooster op 4.800 meter en maken een praatje met de supervriendelijke Nepalese begeleiders van de Indiërs. Ook vannacht liggen wij onder een stapel dekens en weten ons net warm genoeg te houden.

Een indruk van de wandeling door de vallei op dag twee:

Dit is ‘next level’ warm inpakken, maar dat was met de kou absoluut nodig

“Rise and shine”, voor de laatste 12 kilometer van de tocht rond Mount Kailash. De benen voelen nog steeds goed en er hoeven geen steile passen meer bedwongen te worden. De laatste glooiende 12 kilometer worden in iets meer dan 2,5 uur afgelegd en voor wij het weten is Darchen alweer in zicht. Wat een waanzinnig mooie, indrukwekkende trekking was dit en wat een bijzondere mensen hebben wij mogen ontmoeten. Deze tocht zullen wij niet gauw vergeten.

Het laatste deel van de wandeling voordat Darchen weer in zicht is gaat langs bijzondere roodpaarse kliffen


 

Manasarovar meer

Na een fantastische momo-soep voor lunch en een welverdiende douche in een openbare doucheruimte (helaas voor vanavond nog geen warme hotelkamer met douche op de planning) rijden we richting het Manasarovar meer. Dit meer is net als de Mount Kailash een zeer religieuze en spirituele bestemming voor pelgrims. Het weer zit helaas wat tegen deze middag, dus het uitzicht is niet wat het zou kunnen zijn (normaliter is de Himalaya zichtbaar op de achtergrond).

Het gebergte is weliswaar in wolken gehuld, maar het zicht over het meer is goed
Het naast het meer gelegen klooster

We spelen de rest van de middag kaartspelletjes en gaan na drie indrukwekkende en vermoeiende dagen op tijd naar bed in het Lake Manasarovar guesthouse (met stenen muren iets warmer dan de voorgaande dagen, slechts 2 in plaats van 3 extra dekens).

Een gezellige plek voor een middagje kaarten

We zouden het haast vergeten, maar er staat tijdens onze Tibetreis nog een ander geweldig hoogtepunt op de planning: de machtige Mount Everest.

B&E

3 gedachten over “In de voetsporen van de pelgrims rond Mount Kailash”

  1. Wat een fascinerend avontuur! Geweldig dat verhaal over die roedel van honden! Tja: het weer zit niet altijd mee, maar dat geeft ook weer mooie andere beelden. Dit vergeet je nooit meer! Liefs, pap

    Geliked door 1 persoon

Plaats een reactie