Genieten op hoogte in Yunnan

Ons laatste echt Chinese (wij rekenen Tibet niet echt tot China) deel van de reis is alweer aangebroken, met twee weken rondreizen door de Yunnan provincie. De gehele provincie is hoog gelegen (van 1.600 meter in Kunming tot 3.400 meter in Shangri-La) dus voor ons gelijk een mooie gelegenheid om te acclimatiseren voor onze aanstaande trip naar Tibet.

Na onze ontspannen tussenstop in Hong Kong worden we na aankomst op het vliegveld van Kunming direct weer geconfronteerd met de Chinese realiteit: driedubbele (bagage) controles en eindeloos voordringende Chinezen; gelukkig een warm, traditioneel welkom! Ondanks een soepele vlucht komen we uiteindelijk iets later dan gepland aan bij de busstop in het centrum van Kunming. Dat vervolgens geen enkele taxi ons mee wil nemen naar ons hotel (ze zijn allemaal op zoek naar ritjes naar het vliegveld, dat is lekker verdienen) draagt niet bij aan de feestvreugde. Uiteindelijk moeten we met hangende pootjes terug naar de chauffeur die ons (voor een te hoog bedrag) wel wilde brengen, maar waar wij niet akkoord wilde gaan met de prijs die ons inziens zeker 15 yuan te hoog was. Helaas, nood breekt wet, het is al laat, dus de beste man heeft die avond een extra boterham aan ons verdiend. Gelukkig hebben we een schoon hotelletje met ruime kamer (The Hump-Mulan Guesthouse).

Markten & parken in Kunming

Kunming wordt ook wel “Spring City” genoemd vanwege het gematigde klimaat gedurende het gehele jaar. Het is fijn om na een aantal bloedhete weken weer enigszins af te kunnen koelen bij 18 tot 25 graden. Kunming is niet persé heel toeristisch, maar ook dat is best een verademing. We spenderen een volledige dag aan een stadswandeling door lokale parken en over lokale markten. Het is weekend dus er is genoeg lokaal vertier te vinden: in alle lokale parken is een soort lokaal festival gaande met diverse optredens (tot onze hilariteit soms wel 6 naast elkaar, die allemaal het volume op maximaal hebben staan). Ook wij zijn onderdeel van het vermaak als we alle verwonderde gezichten mogen geloven. Na een dag flink doorlopen hebben we de meeste hoogtepunten van de stad wel gezien.

Paddenstoelen zijn in het seizoen in alle soorten en maten
De “bird & flower market” in Kunming

Lotusbloemen, meertjes en waterfietsen: het ideale recept voor een Chinees stadspark
De lotusbloemen staan prachtig in bloei
De lokale muzikanten nemen hun taak zeer serieus
Naast muziek maken wordt er ook gedanst
En als de dans niet wordt ondersteund door een krakende box, dan wel door een geweldig bandje
Een lokale specialiteit:”Across the bridge noodles”
Huisgebrouwen (!) Paulanerbier in Kunming

 

Het Stenen Woud Shilin

Op circa twee uur rijden van Kunming ligt Shilin, oftewel Stenen Woud. Dit is een vlakte met uitstekende rotsformaties, waar je doorheen kunt lopen. Het park is prima in een halve dag te bezoeken. Wij lopen het liefst zo ver mogelijk bij de Chinese taferelen van de vier ‘hoogtepunten’ vandaan en verdwalen op de paadjes en trappetjes tussen de formaties door. De omvang van het park is te overzien dus je komt vanzelf wel weer een keer uit bij de rondweg die om het park heen ligt. Het blijft gelukkig de hele dag droog en komt pas met bakken uit de lucht als wij weer op de terugweg in de auto zitten.

Een indruk van de hoge stenen pieken en smalle paadjes langs de ‘bomen’ van het Stenen Woud:

‘Laidback’ Dali

Vanuit Kunming reizen wij met de trein naar Dali. Deze boemeltrein rijdt niet bijster snel, maar we komen binnen 7 uur op de plaats van bestemming. Ook in Dali blijkt het vinden van een taxi geen sinecure, waardoor we uiteindelijk aangewezen zijn op de bus. Nog geen half uur later lopen we onze accomodatie binnen (Monster B&B), op 5 minuten lopen van de oude stad.

Dali is een voormalig hippie stadje en ondanks dat de meeste hippies zijn ingeruild voor Chinese toeristen ademt het stadje nog steeds een heel relaxte sfeer. In de twee volle dagen die wij hier te besteden hebben struinen we lekker door de straatjes, eten we (eindelijk) weer heel lekker vers brood (bij onze favoriet: Bakery 88, ze hebben er zelfs goede Europese wijn en een kaasplankje – beide niet duur), proberen we ons niet misselijk te eten aan de heerlijke verse rozenkoekjes, wandelen we door het groene landschap naar het nabijgelegen meer en drinken lokale speciaalbiertjes in de lokale bar met rock band als live muziek (Bad Monkey).

Zelfs McDonalds heeft zich aangepast aan het lokale straatbeeld
De verse, sterk geurende rozenkoekjes liggen op diverse plekken in de winkeltjes
Genieten van de kaas en charcuterie bij Bakery 88

We hadden hier wel een week rond kunnen hangen, maar de reis gaat verder naar Lijiang, een oude Chinese stad.

Een beeld van de sfeervolle straatjes van Dali:

Een groep kinderen is creatief bezig aan de rand van het meer
Uitzicht op de in wolken gehulde bergen achter Dali


Verdwalen in Lijiang

We worden door ons hotel (Lijiang Lake House) opgehaald van het treinstation. De accomodatie bevindt zich in een oud houten pand. Weliswaar wat gehorig, maar de kamer is prachtig. Lijiang is eigenlijk zoals je traditioneel China voorstelt: kronkelende straatjes waarin je verdwaalt tussen de pittoreske, oude (dan wel gerestaureerde) panden. Waar je zomaar besluit links- of rechtsaf te slaan, gewoon omdat het weer zo’n leuk steegje of straatje is. Bovendien kun je er lekker eten (in een enorm food court of bijvoorbeeld een leuk restaurantje met een lekker Frans wijntje, jawel ook hier).

De keuze is reuze in het lokale food court

Het enige wat ons ervan weerhoudt om deze dromerige lofzang helemaal af te maken zijn de hordes Chinese toeristen (ja, daar zijn ze weer). Lijiang is zeker niet onontdekt en dat is vooral in de hoofdstraten te merken. Een kwestie van af en toe omlopen (ook al gebeurt dat vaak genoeg vanzelf met alle straten die kris kras door elkaar lopen).

Bij heldere omstandigheden is de Jade Dragon Snow Mountain zichtbaar vanaf Lijiang


Uiteraard mag een impressie van de sfeervolle straatjes niet ontbreken:

En ook Lijiang ‘by night’ is zeker de moeite waard:

Jade Dragon Snow Mountain

Naast het stadje Lijiang zelf is de nabij gelegen Jade Dragon Snow Mountain een toeristische trekpleister. Dit National Park is prima met het openbaar vervoer (of wat daarvoor door moet gaan) te bereiken voor zo’n 30 yuan per persoon, enkele reis. Ondanks dat de natuur er heus mooi is (helder blauwe meren, beekjes & rivieren en weiden met koeien) viel het park ons wat tegen. Allereerst betaal je los voor iedere bus die je in het park wil gebruiken (en dat moet wel, anders kom je nergens), de routes in het park zijn beroerd aangegeven (en als het wel zo is, is dat enkel in het Chinees) en de kaarten voor de kabelbaan naar de “Jade Dragon Snow Mountain” worden volledig opgekocht door Chinese tourbureaus waardoor je deze niet kunt bezoeken. Gelukkig vinden wij nog een aardige wandeling langs een riviertje en prachtige blauwe meren en weten zo toch nog wat van de dag te maken.

Een kleine impressie van de weides en blauwe meren van het park:

Tiger Leaping Gorge

Na drie nachten comfortabel Lijiang is het weer tijd voor iets avontuurlijks. Wij trekken de stoute (wandel)schoenen aan voor de hike over de ‘upper Tiger Leaping Gorge’. Een wandeling van 21 kilometer in twee dagen, langs de waanzinnig mooie en hoge kliffen van de Jade Dragon Snow Mountain. Het is bovendien een van de diepste kloven ter wereld. Wij hopen enkel op een beetje redelijk weer, want het heeft de afgelopen dagen wat geregend.

Via een lokaal hostel regelen we buskaartjes voor onze reis richting het startpunt van de trek: Qiaotou. De busstop is helaas aan de andere kant van het stadje dus we racen ’s morgens om half 7 met onze roltassen een half uur door de straatjes van Lijiang. Gelukkig zijn we ruim op tijd, evenals het busje, dus ons avontuur kan beginnen. De grote roltassen worden doorgereden naar het einde van trek, wij kunnen ze de dag erna ophalen bij Tina’s Guesthouse. Wij moeten er maar vanuit gaan dat het goed gaat…

In het busje naar Qiaotou ontmoeten wij Nicholas uit Guatemala, een architect die een sabbatical van een jaar houdt. Hij reist alleen en vergezeld ons tijdens de wandeling. De bergen hangen op het moment van vertrek nog in de wolken, maar de lucht is lekker koel, iets wat zeer welkom is tijdens de klim. Het pad is behoorlijk goed aangegeven, dus verdwalen doen we niet. Het eerste deel van de wandeling is vooral omhoog en daarmee flink pittig. Pas in de middag maken we ook echt horizontale kilometers en wisselt het ene waanzinnige uitzicht het andere af. Het zwoegen in de ochtend wordt beloond: de wolken verdwijnen voor de zon en we hebben een werkelijk prachtig uitzicht over de kloof en de bergen.

De smalle paadjes leiden ons langzaam omhoog langs de berg
We beginnen de dag bewolkt, maar dat betekent niet dat het geen mooie wandeling is
Met onze ‘partner in crime’ Nicholas
Deze geit denkt het zijne van ons bezoek
Zodra de wolken verdwijnen is de grootsheid van de kloof onbeschrijflijk
Iemand geniet – net als wij – van het uitzicht
Bar in verhouding tot een deel van de tegenovergelegen Jade Dragon Snow Mountain

In de namiddag bereiken we onze slaapplek voor de nacht: Halfway guesthouse. De kamers zijn zeker niet de schoonste die we onderweg hebben gehad (een understatement), maar het uitzicht vanuit de kamers en vanaf het terras maakt heel veel goed. Wij laten de beentjes lekker rusten terwijl wij genieten van de ondergaande zon.

Zonsondergang vanaf het terras van Halfway Guesthouse

Met frisse moed vertrekken wij de volgende morgen voor het laatste, korte deel van de tocht naar Tina’s Guesthouse. Echt zwaar wordt het niet meer, maar we moeten nog wel door drie riviertjes/watervalletjes en ook het afdalen voelen we best wel een beetje in de benen.

Ook op de tweede dag is het uitzicht op de bergen en de kloof fenomenaal:

Gelukkig staat onze bagage klaar bij Tina’s, waar wij overigens eerder een figuurlijke koude douche dan een warm onthaal krijgen (was het maar letterlijk, dat was in ieder geval verkoelend geweest na de zonnige, warme wandeling). Uit een aantal snauwen moeten we opmaken waar onze bagage staat en je zou bijna excuses maken voor het feit dat je iets te eten bij ze koopt. Enfin we zijn er, onze bagage is er en we hebben een prima bord eten, wij zullen niet klagen.

Het leek ook al te mooi om waar te zijn dat alles zo soepel verloopt, want het bericht dat de weg op de pas naar beneden naar de filesteinen is vanwege een ‘landslide’, bereikt ons vlak voor de geplande vertrektijd van het busje. Er wordt een aantal maal druk gebeld om naar de huidige staat van de weg te vragen. Circa een uur na de geplande vertrektijd worden alle toeristen naar een bus gedirigeerd met de boodschap dat we naar de aardverschuiving rijden, er overheen lopen en aan de andere kant worden opgevangen voor vervoer naar ieders bestemming Lijiang of, in ons geval, Shangri-La.

Dat ‘lopen’ blijkt klimmen en klauteren over geïmproviseerde bruggetjes te zijn terwijl de stenen en het water je om de oren vliegen. Wonder boven wonder komt iedereen, inclusief bagage, veilig naar de overkant en worden we in een bus geladen. Ondanks het gebrek aan vriendelijkheid van Tina’s Guesthouse, was dit toch wel heel goed geregeld. We komen minder dan een uur later dan gepland in Shangri-La aan, waar twee uiterst vriendelijke Chinezen onze accomodatie bellen om ervoor te zorgen dat we op de juiste plek worden opgehaald.

En om een indruk te geven van de situatie ter plaatse, een video (met credits voor Nicholas):


Acclimatiseren in Shangri-La

Het ontvangst bij Kevin’s Trekker Inn in Shangri-La kon niet fijner na zo’n barre middag: we krijgen een upgrade naar een grotere kamer met uitzicht over de stad en onze gastvrouw Mary is een ontzettend vriendelijke en enthousiaste dame die zorgt dat wij ons direct thuis voelen in haar hotelletje. Wij verblijven er vier nachten om alvast rustig te acclimatiseren op 3.400 meter voor onze vlucht naar Lhasa (op 3.600 meter). Dat we ons wat hoger bevinden dan we gewend zijn merk je vooral aan het bonzende hart met traplopen. Gelukkig kunnen we rustig wennen!

De rest van de trip door Yunnan waren we al lekker Bourgondisch bezig met wijntjes en kaasjes, dus we zetten deze trend in Shangri-La lekker voort bij het Flying Tiger café. Dit wordt gerund door een Fransman en ze schenken er lekkere, betaalbare, Franse (biensûr!) wijn en yakburgers met roquefort waar je ons beide ’s nachts voor wakker kunt maken. Kortom, we komen hier tijdens ons verblijf iedere dag (is het niet voor het diner, dan tenminste voor de borrel). Dat alcohol niet de beste manier is om te acclimatiseren negeren we voor het gemak even, we hebben tenslotte de tijd.

Onze gemiddelde middag bij Flying Tigers: heerlijke wijn plus kaas en de gezellige huishond voor de deur

We hangen uiteraard niet de hele dag aan een fles wijn en hebben ook genoten van het (zeer rustige – het stadje is sinds de brand van een aantal jaar geleden nog in wederopbouw) stadje, waar de Tibetaanse invloeden al duidelijk aanwezig zijn met Boeddhistische tempels, kleurrijke huisjes en gebedsvlaggetjes. Iedere avond is er tevens twee uur lang dansen op het plein, waar zowel lokalerikken als toeristen zich aan een dansje wagen.

Op weg naar de “Chicken Temple”
De “Chicken Temple” is vernoemd naar, jawel, de daar rondlopende kippen
Een fijn uitzicht vanaf de tempel over de stad
De straatjes van Shangri-La zijn gevuld met typische houten bouwstijl
Het Boeddhisme is sterk in de stad aanwezig, getuige ook deze ‘prayer wheels’
Bij de Dukezong tempel staat zelfs het grootste “prayer wheel” ter wereld, enkel in beweging te krijgen door minimaal zes volwassenen
Bar helpt graag een handje mee om het loodzware wiel in beweging te krijgen
Tussen de vele gebedsvlaggetjes bij de Dukezong tempel
Dansen op het plein bij zonsondergang
De sfeervolle straten bij zonsondergang
Het uitzicht vanaf ons balkon op de nieuwe stad

Het is jammer dat er zoveel panden nog leegstaan, anders was er zeker meer sfeer geweest in het stadje. Aan de andere kant is het fijn om eindelijk weer op een Chinese plek te zijn waar de dingen niet overdreven zijn gecommercialiseerd.

Shika Snow Mountain

Na een aantal dagen ‘rondhangen’ in het stadje leek het ons leuk om ook in de omgeving iets te bezichtigen, waarbij de “Shika Snow Mountain” aangeraden werd. We hadden natuurlijk moeten leren van onze vorige ervaring met een berg die is omgetoverd tot attractie, want ook dit was geen daverend succes. Gelukkig kunnen we ditmaal wel naar boven tot 4.500 meter en is het uitzicht mooi, maar alle wandelpaden zijn afgesloten (dit staat uiteraard nergens bij de kaartverkoop vermeld) dus zijn we beperkt tot het naar boven en weer naar beneden gaan met de oude kabelbaan en betalen natuurlijk wel de hoofdprijs. Ach, niet alles kan een voltreffer zijn en we zijn qua natuurparken al flink verpest in de rest van China.

Een indruk van het park en de piek van de Shika Snow Mountain:


Hiermee komt onze reis door China officieus tot een einde (officieel pas na Tibet). Er is geen land wat ons eerder zo heeft verwonderd als China (hier volgt zeker nog een extra blog over), zowel qua natuur als cultuur. Iedereen met een ‘open mind’, liefde voor natuur en cultuur en een beetje geduld en flexibiliteit zal in China een bijzondere reisbestemming vinden.

B&E

5 gedachten over “Genieten op hoogte in Yunnan”

Plaats een reactie