Centraal groen – Mongolië tour deel 2

Op de grens van de Gobi genieten we nog even van de warmte en van een kopje huisgemaakte noedelsoep in een lokaal ger-café en we rijden door het (veel) groenere centrale deel van Mongolië. Zo droog als Gobi was, zo hard heeft het hier geregend. We crossen door plassen en zien het landschap veranderen van vlak met hier en daar een rotsformatie naar heuvelachtig met veel gras en zowaar ook bomen. Nog een verandering: we zien nu ook de langharige yak-koeien. Deze leven niet in de Gobi.

Lekker aan de huisgemaakte noedelsoep
Het uitzicht wordt steeds groener

Oude klooster Erdene Zu

Onder de donkergrijze lucht boven Khar Khorin bezoeken we eerst het Erdene Zu klooster. Dit klooster is voor een belangrijk deel nog intact en in de 16e eeuw gebouwd op de ruïnes van Khar Khorin. Het merendeel van de tempels is verwoest, maar wat nog is blijven staan (een aantal tempels en de buitenmuur met 108 stoepa’s) is mooi. We rennen tussen de hoosbuien door van tempel naar tempel. Een specialiteit hier is de gefermenteerde paardenmelk. Wij laten ons niet kennen en nemen beide een slokje. In tegenstelling tot de eerder geproefde kamelenmelk is dit gewoon niet echt lekker. Een beetje een ‘funky’ variant op karnemelk. 

Op weg naar de entree van de nog staande tempels
Het klooster wordt nog steeds door monniken gebruikt
Uitzicht op de 108 stoepa’s tellende buitenmuur
Dreigende lucht boven het complex
Khar Khorin 

Het oude klooster is gebouwd op de overblijfselen van Khar Khorin, eens de hoofdstad van Mongolië en uitvalsbasis van Chinggis Khaan zijn machtige rijk. In het moderne museum dat aan de stad is gewijd zien we de opbouw en overblijfselen van de stad en streek vanaf de steentijd tot aan de bloeiende periode onder Chinggis Khaan (en later ook zijn zoons). Khar Khorin was een multiculturele samenleving pur sang. De expositie in het museum is heel mooi opgezet met veel originele stukken, een mooie maquette van de oude stad en informatie over het oude Mongoolse rijk.

Yak yak yak

Een belangrijk element in de mentale voorbereiding voor Mongolië was het drinken en eten van yak-thee/-melk/-boter/-vlees. In het eerste deel van onze reis door Mongolië zijn de yak producten ons bespaard gebleven (alhoewel: kamelenmelk en gefermenteerde paardenmelk – hier waren we zeker niet op voorbereid – hebben we ook maar mooi geprobeerd). De familie op onze volgende stop vraagt ons wederom op de thee en we worden op onze yak-wenken bediend: yak-thee, yak-kaas, yak-zoetigheid (yak-melk vermengd met boter en suiker) en een boterhammetje yak-boter. De thee met yak-melk is een beetje vettig, maar het smaakt allemaal best oké.

Jawel, we zitten eindelijk aan de yak-thee
Mmmm yak-kaas
Orkhon waterval

Onze stop is middenin een oude vulkanische valei. Het is er supergroen en de lokale toeristische attractie is een waterval, op loopafstand van onze ger.

De top van de waterval
De Orkhon waterval
Het is hier wederom prachtig. Overal grazende kuddes dieren, het zonnetje schijnt weer en als kers op de taart krijgen wij een fruitschaal en fles port van de tourorganisatie, een verrassing voor onze huwelijksreis.

Het uitzicht bij de ger-tent is weer top
Met een achtertuin vol yaks
Er stond een super leuke verrassing voor ons klaar
Tuvkhun klooster

We zitten gemiddeld 5 á 6 uur per dag in de auto te genieten van het uitzicht en zitten af en toe met geknepen billen als we door een riviertje moeten die net wat dieper is dan gebruikelijk door de extreme regenval. Des te fijner is het dat er vandaag een hike van 10 kilometer op de planning staat naar het Tuvkhun klooster. Wederom een klooster dat is neergehaald in de Sovjet tijd. Het is weer opgebouwd in de jaren ’60. Het klooster an sich is niet heel bijzonder, maar het uitzicht is wel prettig na het blubberpad waar we over zijn gekomen (en daarna dus ook weer over zijn teruglopen). 

Het zicht reikt ver op 2.600 meter hoogte
De vallei staat nog in bloei
Onderweg worden we overvallen door een hagelbuitje (!) gecombineerd met onweer en afgewisseld met regen. We proberen ondanks de blubber te blijven staan en onze schoenen niet te verliezen. We weten welke beloning er vanavond op ons wacht… Natuurlijke warmwaterbronnen en een heerlijke douche! 

Tsenkher Hot Springs

Na 8 dagen droogte, stof, warmte, regen en blubber is het heerlijk om in een natuurlijk bad van 40 graden al het vuil grondig af te laten weken. Ook voor het eerst in 8 dagen hebben we weer echte (fijne!) bedden, we slapen voor een nachtje in een soort Ger hotel. Als iemand dan ook om 21.00 uur de houtkachel aan komt steken in onze Ger is het helemaal compleet. Wij kunnen er wel weer een paar dagen tegenaan.

White Lake

Behoorlijk fris en fruitig stappen wij weer in de auto voor de etappe richting White Lake. De ‘wegen’ waren al niet best, maar zijn door de eerdere heftige regenval echt erbarmelijk geworden. We stuiteren alle kanten op en hebben nog meer respect voor onze chauffeur dan we al hadden. We zitten ondertussen al behoorlijk op hoogte (ca. 2.200 meter) dus het is ook overdag fris uit de zon, ’s nachts is het simpelweg koud. Wij vinden het dan ook niet erg dat onze gids en chauffeur besluiten om niet te gaan kamperen in een zelf opgezette tent, maar weer naar een Ger op zoek te gaan. Hier kun je in ieder geval het kacheltje aansteken zodat je de helft van de nacht warm blijft, de andere helft liggen we rillend in onze slaapzak.

Sjamanistische lavastenen stapels aan de rand van het meer
Aan de wandel
Zonsondergang aan het meer
Te paard naar de vulkaan

We worden in de morgen voor de keuze gesteld: 1 uur paardrijden langs het meer (maar wij hebben deze route de vorige dag al gewandeld) of in 3 uur op en neer naar de vulkaan met het risico op pijntjes vanwege ons niet op paardrijden ingestelde lijf. We kiezen voor het laatste. En wat een topkeuze! We genieten van iedere minuut die we met de paarden door de vulkanische vallei rijden en nemen de lichte spierpijn achteraf graag voor lief. We komen tot aan de voet van de vulkaan niemand tegen. Het laatste klimmetje doen we te voet tot we aan de rand van de 8.000 jaar oude vulkaan staan. Na 1,5 uur zijn we weer terug bij onze ger-tent en hebben de rest van de middag ter vrije besteding, een dag zonder klutsen in de auto is ook wel eens lekker. 

Uitzicht vanaf de kraterrand
Aan de overkant van de vallei ligt onze bestemming: de vulkaan
Beide hadden er zin in vandaag
We strijken voor onze tent neer met twee ijskoude Radlers (de lokale minimarket bleek hier zowaar in te voorzien) en genieten van het uitzicht en het zonnetje voordat ons weer een ijskoude nacht te wachten staat.

Ugli meer

We zwaaien nog eenmaal naar de familie van ons een-na-laatste ger-verblijf en stuiteren weer verder naar het oosten in de richting van Ulan Bator. Pas om 18.00 uur lokale tijd komen we aan bij ons laatste verblijf ‘en route’ aan het Ugli meer. Met de ijskoude nachten aan White Lake nog vers in het geheugen huiveren we een beetje, maar bij aankomst blijkt het hier aanzienlijk warmer te zijn. Zo warm zelfs dat we wel wat afkoeling kunnen gebruiken en een duik in het 25 vierkante kilometer grote meer wagen. We spoelen ons af onder de douche (wat een luxe!) waarna we onder de pagode met uitzicht op het meer wachten op de zonsondergang. Speciaal voor deze laatste nacht hebben we wederom iets luxere bedden met dekens en frisse lakens zodat de slaapzakken (ondertussen behoorlijk muf) mooi in de auto kunnen blijven.

Zonsondergang aan het Ugli meer
Onze schaduwen vanonder de pagode
Przewalski’s in Hustai

Nog eenmaal slepen we onze tassen richting de stoffige Mitsubishi Delica voor de laatste (lange) rit van zeven uur naar Ulan Bator. Maar niet voordat we in het Hustai National Park wilde Przewalski paarden hebben gespot (wie herinnert zich niet het Groot Dictee der Nederlandse Taal uit 2013:”Het rapaille dat per przewalskipaard arriveerde…”?). Voor we het park binnen mogen leren we in de expositieruimte dat het aan Nederland te danken is dat er überhaupt weer Przewalski paarden rondlopen in Mongolië, nadat deze eerder waren uitgestorven. Nu leven er circa 400 in het wild in heel Mongolië. In het park spotten we een aantal Przewalski’s (die ons heel dichtbij laten komen) en op de terugweg ook nog vier marmotten die nieuwsgierig komen kijken wat er allemaal gaande is. 

Twee mooie Przewalski’s in Hustai NP
De nieuwsgierige marmot
Nu kunnen we helemaal voldaan beginnen aan de laatste kilometers richting UB City, zoals de stad regelmatig door haar inwoners wordt genoemd. Enigszins vermoeid lopen we nog één rondje door de stad voor een bak goede koffie en een maaltijd zonder vlees (ook dat is alweer even geleden – je zou bijna vegetarisch worden van de overkill aan vlees) bij Luna Blanca. Morgenvroeg stappen we om 7.30 uur weer op de trein voor de laatste ‘Trans Mongolië’ etappe naar Beijing.

Hiermee is onze 3.000 kilometer lange, 12 daagse tocht door de Gobi en centraal Mongolië tot een einde gekomen. Ondanks het eenzijdige eten (tweemaal per dag taai en vet schapen-/geiten-/rundvlees met een mix van een klein beetje wortel & aardappel en rijst/noedels/pasta), de keiharde bedden, het gebrek aan stromend water & toiletten en de extreem luide (maar verder wel vriendelijke) Koreaanse toeristen die onze nachtrust regelmatig hebben verstoord, is deze tocht echt onvergetelijk gaaf geweest. 

Mongolië is een waanzinnig mooi en extreem divers land met ontzettend vriendelijke mensen. Wie van mooie natuur houdt moet hier absoluut naar toe! Wij hebben gezien dat alle mate van comfort mogelijk is, dus laat je daar niet door weerhouden (laat het ons vooral weten als je hiervoor tips wilt). 

B&E

Plaats een reactie